SV | Zij dan van ziel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad zij tot den HEERE, en zij weende zeer. |
WLC | וְהִ֖יא מָ֣רַת נָ֑פֶשׁ וַתִּתְפַּלֵּ֥ל עַל־יְהוָ֖ה וּבָכֹ֥ה תִבְכֶּֽה׃ |
Trans. | wəhî’ māraṯ nāfeš watiṯəpallēl ‘al-JHWH ûḇāḵōh ṯiḇəkeh: |
Zij dan van ziel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad zij tot den HEERE, en zij weende zeer.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
Zij dan van ziel bitterlijk bedroefd zijnde, zo bad zij tot den HEERE, en zij weende zeer.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!